Begrotingssaldo 2026 - 2040 en Algemene reserve
2026: begrotingssaldo en Algemene vrije reserve
Het begrotingssaldo voor jaarschijf 2026 is bij vaststelling van de Voorjaarsnota 2025 € 26,3 miljoen (positief). Door de wijzigingen in deze Kadernota 2026 - 2029 is dit saldo verder verbeterd met afgerond € 0,4 miljoen tot (afgerond) € 26,7 miljoen. In lijn met het huidige beleid worden tekorten of overschotten op het begrotingssaldo verrekend met de Algemene vrije reserve.
2027 en verder: begrotingssaldo langere termijn
Het begrotingssaldo (incidenteel + structureel) in deze Kadernota is door de voorgestelde wijzigingen in de Voorjaarsnota 2025 positiever dan bij Begroting 2025. Vooral de ontwikkelingen in de Septembercirculaire 2024 en de motorrijtuigenbelasting dragen hier aan bij. Daarnaast heeft de, in deze Kadernota, toegelichte wijziging in de renteberekening over onze leningportefeuille een positief effect. In bovenstaande grafiek is dat zichtbaar in de rode en gele lijn.
Net als de jaren hiervoor geldt ook bij het opstellen van deze Kadernota dat er onzekerheden zijn, zowel aan de lastenkant (inflatie en rente) als aan de batenkant (Provinciefonds en opcenten motorrijtuigenbelasting). Deze onzekerheden worden verder uitgelegd in het hoofdstuk 'onzekerheden met mogelijke impact op het begrotingssaldo '.
Structureel begrotingssaldo
Om te bepalen of er sprake is van een reëel en structureel begrotingsevenwicht moet er gekeken worden naar het structureel begrotingssaldo. Daarbij gaat het erom dat structurele lasten en structurele baten in balans zijn. De donkerblauwe lijn geeft het structurele begrotingssaldo weer na het verwerken van de wijzigingen bij Voorjaarsnota 2025. Om het structurele begrotingssaldo te bepalen, worden de incidentele baten en lasten, waaronder alle wijzigingen van de reserve, uitgesloten. Het structurele begrotingssaldo laat daarmee zien of er in een jaar meer of minder blijvende lasten zijn ten opzichte van de blijvende baten. Dit is volgens de richtlijnen vanuit het Besluit Begroten en Verantwoorden (de BBV) die alle wijzigingen van de reserve ziet als incidenteel.
Door de wijzigingen in de Voorjaarsnota 2025 wordt het begrotingssaldo na 2026 positief terwijl bij begroting 2025 het structureel begrotingssaldo nog negatief was. Er zijn alleen nog een aantal ontwikkelingen waarvan wij verwachten dat die, na besluitvorming bij de Begroting 2026, het beeld negatief zullen beïnvloeden. Verdere uitleg volgt bij de Begroting 2026 maar op hoofdlijnen gaat het om:
- Arbeidscapaciteit. Bij het opnieuw beoordelen van het beleid richting de Begroting 2026 (herbezinning) moet bekeken worden of en welke arbeidscapaciteit op lange termijn nodig is voor het uitvoeren van het beleid. Voor het realistisch begroten vereist de financiële regelgeving (BBV) dat er niet aan wensdenken wordt gedaan. Tot de voorstellen en herijking zijn uitgewerkt wordt daarom ingeschat dat een deel van de verhoging van de arbeidscapaciteit blijvend van aard zal zijn. Hiervoor is bij de Kadernota 2025-2028 een bedrag van € 20 miljoen ingeschat waarvoor bij de Begroting 2025 een stelpost van € 10 miljoen (2026) en € 15 miljoen (2027 e.v.) is opgenomen. Een eerste aanwijzing vanuit de herbezinning is dat als het takenpakket niet wijzigt, er voor de organisatie nog een substantieel bedrag voor arbeidscapaciteit nodig is om de taken op het huidige niveau uit te voeren.
- Aanpassing stelpost loon en prijsindexatie.
- Overige beleidswensen op basis van structureel beleid.
NB: In de Kadernota 2025-2028 werd het begrotingssaldo aangepast voor onderhoudswerkzaamheden binnen Ambitie 2. Door het realistisch ramen en plannen van de onderhoudswerkzaamheden (met grote verschillen tussen de jaren) zou er anders onterecht een onvoorspelbaar beeld in het structurele begrotingssaldo ontstaan. In de Voorjaarsnota 2025 wordt voorgesteld te werken met een voorziening voor groot onderhoud waardoor deze aanpassing niet meer nodig is.
Het begrotingssaldo is het verschil tussen de geraamde baten en lasten in een bepaald jaar. Deze overschotten of tekorten worden verrekend met de algemene vrije reserve. Het begrotingssaldo geeft aan of er op de lange termijn sprake is van een reëel en structureel begrotingsevenwicht. Het begrotingssaldo mag tijdelijk negatief zijn. Dit tekort op het begrotingssaldo wordt dan gedekt uit de algemene vrije reserve. Dit kan alleen zolang er vrije ruimte is in de algemene vrije reserve. Het begrotingssaldo is te beïnvloeden door te sturen op de baten en/of de lasten. |
---|