Lange termijn doorkijk
Lasten
Toelichting:
Aansluitend op de Voorjaarsnota 2025, waarin een lasten niveau te zien is van boven de € 1 miljard, laat 2026 een lastenniveau zien van in totaal € 1.094,1 miljoen. Na deze periode zien we een langzaam afnemend lastenniveau tot onder de € 1 miljard vanaf 2028.
Overige lasten:
Bij de overige lasten is te zien dat er (vergeleken met de Kadernota 2025-2028) minder pieken en dalen zijn. Met name in het jaar 2037 was er sprake van een grote piek in de uitgaven door onderhoud aan de tunnel voor de Rijnlandroute. Door het voorstel bij de Voorjaarsnota 2025 om te gaan werken met een voorziening voor groot onderhoud is dit gelijkmatig verdeeld.
Kapitaallasten:
In de voorspelde lasten in deze periode zit een sterke stijging in de kapitaallasten van circa € 84,9 miljoen in 2026 tot ruim € 137,4 miljoen in 2040. Door het later uitvoeren van investeringen treedt deze stijging later op dan bij de Kadernota 2025-2028 begroot. En het verlengen van de afschrijvingstermijn voor de tunnel van de Rijnlandroute van 30 naar 50 jaar heeft ook effect.
Arbeidskosten:
De arbeidskosten nemen af van circa € 210 miljoen in 2025 naar ongeveer € 175 miljoen in 2026 en ongeveer € 165 miljoen structureel vanaf 2028. Dit komt ook doordat de incidentele verhoging arbeidscapaciteit voor 2024 en 2025 zoals opgenomen in de Voorjaarsnota 2024 afloopt. Ook worden inkomsten uit subsidies en speciale uitkeringen voor een korte tijd begroot omdat ze pas later bekend worden. Ook eventuele dekking uit materiële budgetten voor inhuur worden pas later begroot afhankelijk van de noodzaak.
Baten
Toelichting:
In totaal laten de baten een redelijk stabiel beeld zien met een batenniveau van rond de € 1.000 miljoen maar nooit hoger dan circa € 1.018 miljoen. Daarmee is het batenniveau constanter dan de geraamde lasten.
De grootste inkomstenbronnen van de provincie zijn de uitkering uit het Provinciefonds en de opcenten op de motorrijtuigenbelasting. We gaan ervan uit dat deze inkomsten vanaf het jaar 2029 constant blijven, in lijn met het indexatiebeleid (zie voor een nadere toelichting hierop het onderdeel 'Grondslagen '). Maar eerder in deze Kadernota wordt uitgelegd dat de grootte van deze inkomstenbronnen op de langere termijn onzeker is. Dit komt door ontwikkelingen op rijksniveau.
Er worden ook baten verantwoord in de ambities. Voorbeelden hiervan zijn verkoopopbrengsten, leges of de inzet van bepaalde uitkeringen die we van het Rijk ontvangen. Daarbij is te zien dat deze overige inkomsten de komende jaren flink afnemen. De verklaring hiervoor is dat dit vaak inkomsten zijn uit bepaalde uitkeringen van het Rijk die een einddatum hebben. We verwachten dat het afnemen van deze inkomsten in de praktijk minder groot is, omdat het Rijk dan vaak weer nieuwe (bepaalde) uitkeringen beschikbaar stelt. Die baten (en daarmee samenhangende lasten) kunnen alleen pas geraamd worden als we er zeker van zijn dat we die ook zullen ontvangen.
Inzet van bestemmingsreserves
Toelichting:
De bestemmingsreserves zijn reserves die met een bepaald doel zijn ingesteld. Deze bestemmingsreserves zijn bij het instellen ervan (uiteindelijk) gevoed vanuit/via het begrotingssaldo. De Algemene reserve en de Bufferreserve Weerstandscapaciteit vallen niet onder de bestemmingsreserves en zijn daarom dan ook niet meegenomen in deze overzichten.
Als er meer geld uit een bestemmingsreserve wordt gehaald dan wordt toegevoegd dan nemen de lasten en/of baten toe. Het saldo van wat er bij en af gaat is als inzet op de ambitie terug te zien. Op de langere termijn zien we de bestemmingsreserves duidelijk dalen.
Saldo bestemmingsreserves
Toelichting
Bovenstaande grafiek laat zien dat de totale grootte van bestemmingsreserves van jaar tot jaar verschilt maar vooral daalt richting 2030 om daarna redelijk stabiel te blijven tot en met 2040. Dit laat een ander beeld zien dan andere jaren door het opheffen van reserve Beheer & Onderhoud bij de Voorjaarsnota 2025.
Voor verschillende bestemmingsreserves is de inzet van die middelen nog niet opgenomen in de meerjarige begroting, vooral voor de periode ná 2034. Deze reserves houden daarom een constant saldo. Zodra er een duidelijk beeld is van het verwachte uitgavenpatroon wordt dit opgenomen in de gewone planning- en controlcyclus. Bij het opstellen van de Begroting 2026 worden de bestemmingsreserves opnieuw bekeken, met extra aandacht voor het uitgavenpatroon en de looptijd van reserves die standaard onder het grensbedrag van € 1,5 miljoen komen.
Het afnemen van het saldo aan bestemmingsreserves betekent ook dat de lasten in de begroting lager worden. Want als er geen middelen meer in de bestemmingsreserves beschikbaar zijn dan kunnen die ook niet meer gebruikt worden om de bijbehorende kosten te dekken.
Meerjarig verloop saldo bestemmingsreserves
Onderwerp | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 | 2032 | 2033 | 2034 | 2035 | 2036 | 2037 | 2038 | 2039 | 2040 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Beheerplannen Natura 2000 en PAS | 6.028 | 4.528 | 3.028 | 1.528 | 28 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bereikbaarheid | 93.535 | 70.299 | 57.645 | 52.968 | 38.543 | 34.762 | 28.697 | 24.392 | 20.405 | 13.039 | 5.273 | 5.206 | 5.140 | 5.073 | 5.007 |
Egalisatiereserve beheer & onderhoud | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Egalisatiereserve dbo infrastructuur | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 |
Egalisatiereserve lastneming subsidies | 50 | 50 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Geen lege handen voor de landbouw | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Groene ambities | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Incidentele aanvulling middelen Subsidieregeling Wonen Zuid-Holland | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 |
Interreg-cofinanciering EFRO | 1.665 | 1.530 | 730 | 730 | 730 | 730 | 730 | 730 | 730 | 730 | 730 | 730 | 730 | 730 | 730 |
Life Sciences & Health | 3.240 | 3.240 | 3.240 | 3.240 | 3.240 | 3.240 | 3.240 | 3.240 | 3.240 | 3.240 | 3.240 | 3.240 | 3.240 | 3.240 | 3.240 |
Meerjarenplan Bodem, ondergrond en grondwater | 24.869 | 24.409 | 25.021 | 25.632 | 26.244 | 26.244 | 26.244 | 26.244 | 26.244 | 26.244 | 26.244 | 26.244 | 26.244 | 26.244 | 26.244 |
MIT MKB Innovatiestimulering topsectoren | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Mobiliteit | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
NatuurNetwerk Nederland | 20.938 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontwikkelingsperspectief Grevelingen en Volkerak-Zoom | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Project duurzame ontwikkeling Zuidplaspolder | 12.016 | 8.320 | 8.320 | 8.320 | 1.335 | 1.335 | 1.335 | 1.335 | 1.335 | 1.335 | 1.335 | 1.335 | 1.335 | 1.335 | 1.335 |
Regionale netwerken in Zuid-Holland (RNIZ) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Reserve Ontwikkelopgave natuur | 13.352 | 56 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
Reserve UPG 40 | 2.383 | 2.383 | 2.383 | 2.383 | 2.383 | 2.383 | 2.383 | 2.383 | 2.383 | 2.383 | 2.383 | 2.383 | 2.383 | 2.383 | 2.383 |
Restauratie & herbestemming monumenten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Versterking economie | 25.424 | 24.949 | 19.137 | 16.662 | 16.262 | 16.262 | 16.262 | 16.262 | 16.262 | 16.262 | 16.262 | 16.262 | 16.262 | 16.262 | 16.262 |
Warmteleiding Warmtelinq | 15.212 | 7.212 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 |
Totaal | 233.712 | 161.977 | 134.707 | 126.666 | 103.967 | 100.159 | 94.094 | 89.791 | 85.804 | 78.438 | 70.671 | 70.605 | 70.539 | 70.472 | 70.406 |