1. Inleiding
Binnen de ambitie Bereikbaar Zuid-Holland hebben de afgelopen jaren grote kostenstijgingen voorgedaan als gevolg van hoge inflatie binnen het openbaar vervoer en bij infrastructuurwerkzaamheden. Voor een groot deel konden deze kostenstijgingen nog opgevangen worden door het schrappen of versoberen van projecten, de inzet van de toen nog beperkt aanwezig vrije middelen en het vrijmaken en inzetten van reserves. Daarnaast zijn er extra Rijksmiddelen beschikbaar gesteld voor kwaliteitsverbetering van het openbaar vervoer. Maar de financiële rek is er nu helemaal uit. Dit betekent dat alle beschikbare middelen volledig worden ingezet voor structurele wettelijke taken en voor (toekomstige) exploitatie- en investeringsprojecten. Er zijn geen middelen beschikbaar binnen de ambitie om alle beleidsdoelstellingen te halen en om nieuwe projecten op te starten.
Een groot deel van de financiële middelen voor de Ambitie Bereikbaar Zuid-Holland liggen vast in langjarige contracten voor beheer- en onderhoud en openbaar vervoerconcessies. Daarnaast gaat een deel van het budget op aan kapitaallasten (rente en afschrijving over een termijn van gemiddeld 30 jaar) als gevolg van in het verleden uitgevoerde infrastructuurprojecten. Voor de beheer- en onderhoudsprojecten zijn twee voorzieningen ingesteld. De vulling van deze voorzieningen is gebaseerd op het Meerjarig Onderhoudsprogramma (MJOP). Jaarlijks wordt bekeken of de voorziening voldoende middelen bevat voor de uitvoering van het programma. Op basis van reguliere inspecties van de infrastructuur en analyses van meetgegevens komen regelmatig nieuwe inzichten naar voren die financiële consequenties kunnen hebben.
Het overige exploitatiebudget wordt besteed aan lopende projecten en programma’s die zijn opgenomen in de begroting 2025. Ook hiervoor geldt dat deze voor een groot deel vastliggen op basis van juridische- en/of bestuurlijke afspraken en besluiten van Gedeputeerde – en Provinciale Staten. Daarnaast zijn er binnen de reserve bereikbaarheid middelen juridisch of bestuurlijk beklemd voor toekomstige projecten en uitgaven. Deze reserve zal geleidelijk leeglopen. De nog uit te geven investeringsmiddelen voor infrastructuur t/m 2039 liggen vast in lopende of toekomstige projecten op basis van juridische en/of bestuurlijke afspraken. Een deel van de middelen zijn gereserveerd voor de uitvoering van toekomstige projecten op basis van een besluit van Provinciale Staten of voor onvermijdelijke tegenvallers en prijsontwikkeling. De bijbehorende kapitaallasten zijn gedekt in de begroting en nemen jaarlijks toe.
De keuzeruimte met betrekking tot kostenverhogende scopewijzigingen op lopende projecten en nieuwe aanleg en verbetering van infrastructuur is daarmee beperkt tot het heroverwegen van lopende projecten en uitgaven en bestaande reserveringen voor toekomstige projecten. Dit geldt ook voor extra incidentele of structurele exploitatie uitgaven. Of dit mogelijk is hangt af van de gemaakte juridische en/of bestuurlijke afspraken. Concreet betekent dit, dat bij het opstarten van initiatiefprojecten nadrukkelijker gekeken dient te worden in hoeverre de uitvoering in de toekomst haalbaar is. Indien er geen middelen vrijkomen of vrijgemaakt kunnen worden binnen de ambitie dan is er de mogelijkheid om een beroep te doen op de algemene middelen via een planning en control product of een apart besluit van PS.
In de voorbereiding en uitvoering van projecten is het gebruikelijk dat veranderingen optreden (scopewijzigingen, prijsontwikkeling, nieuwe wettelijke eisen, onvoorziene risico’s, etc.) die meestal leiden tot een kostenstijging. Wanneer het onvermijdelijke uitgaven zijn (geen scopewijziging) dan worden deze in eerste plaats en zover mogelijk gedekt met hiervoor binnen de ambitie gereserveerde middelen voor bijvoorbeeld prijsontwikkeling en tegenvallers.
Wanneer de gereserveerde middelen niet toereikend zijn, kijken we verder binnen de ambitie waar middelen kunnen vrijkomen door andere uitgaven voor verbeteringen te versoberen of te schrappen.
Tot en met 2021 werd jaarlijks een Kaderbesluit Bereikbaarheid gemaakt en voorgelegd aan PS. Dit was een verzamelbesluit van: financiële voorstellen over lopende projecten en project overstijgende ontwikkelingen, financiële kaders en reserveringen voor toekomstige projecten. Vanaf 2022 wordt geen apart Kaderbesluit Bereikbaarheid meer vastgesteld, maar worden de financiële voorstellen opgenomen in de Kadernota.
Deze bijlage bij de Kadernota geeft een totaaloverzicht van financiële voorstellen en ontwikkelingen voor de Ambitie Bereikbaar Zuid-Holland en daarbinnen voor het Programma Zuid-Hollandse Infrastructuur. Deze bijlage, “Wijzigingen Ambitie Bereikbaar Zuid-Holland”, dient daarmee meerdere doelen, die hierna worden beschreven.
De beleidsambitie Bereikbaar Zuid-Holland is vastgesteld in het Omgevingsbeleid. De uitwerking van deze ambitie vind je via deze link .
