2.1 Mobiliteitsbeeld
De verwachting van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) is dat de mobiliteit verder gaat groeien als gevolg van economische- en bevolkingsgroei. Voor zowel personen als vrachtverkeer over de weg wordt in 2029 een toename in afgelegde afstand verwacht van tussen de 6% en 12% ten opzichte van 2023. Ook het reistijdverlies komt in 2029 boven het niveau van 2023 en rond het niveau van 2019 (voor corona). Het gebruik van het openbaar vervoer zal naar verwachting harder groeien. In 2029 wordt ten opzichte van 2023 tussen de 11% en 29% meer reizigerskilometers afgelegd met de trein. Voor de bus, tram en metro is dat tussen de 4% en 25%. Hiermee komt het gebruik weer enigszins rond het niveau van 2029 te liggen
Het fietsgebruik (gemeten in de totaal per fiets afgelegde afstand) zal in 2029 11% hoger zijn dan in 2023. Het gebruik van de elektrische fiets neemt in die periode naar verwachting toe met ongeveer 40%. Het gebruik van de gewone fiets neemt in die periode naar verwachting met ongeveer 7% af.
De omvang van het goederenvervoer op Nederlands grondgebied zal met circa 4% toenemen in de periode 2023-2029. Met name spoor zal meer groeien (10%) omdat het aandeel te vervoer containers stijgt. De binnenvaart zal maar weinig groeien (2%) omdat droge bulk (kolen, ertsen, zand) minder belangrijk wordt.
Er is sprake van een structureel effect van corona op mobiliteitsgedrag. Dit komt onder meer door thuiswerken, digitaal vergaderen op afstand en online onderwijs. Er is ook sprake dat reizigers die voorheen gebruik maakten van het openbaar vervoer nu op een andere manier reizen bijvoorbeeld de fiets of de personenauto.
Voor de lange termijn betekent dit dat de opgaves en ambities uit het Omgevingsbeleid ten aanzien van het bereikbaarheid hetzelfde blijven. Vooral omdat de verstedelijkingsambities van nieuwe woningen en arbeidsplaatsen eerder zullen toenemen dan afnemen. Hierbij is extra aandacht voor het stimuleren van reizen per (elektrische) fiets, deelmobiliteit en de combinatie met het openbaar vervoer.
Diverse Rijksprojecten zijn gepauzeerd vanwege de Stikstofproblematiek, stijgende prijzen en krapte op de arbeidsmarkt. Daarom geeft het Rijk voorrang aan onderhoud en renovatie en nieuwbouwprojecten die in uitvoering zijn. Voor de provincie Zuid-Holland zijn de projecten A15 Papendrecht-Gorinchem en A4 Haaglanden-N14 gepauzeerd.
Dit vormt een bedreiging voor de bereikbaarheid van de provincie en geeft extra druk op de diverse economische clusters zoals de haven van Rotterdam en de Greenports en op ruimtelijke ontwikkelingen zoals de woningbouwopgave. De Provincie en andere regionale partijen zijn met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in gesprek over de knelpunten die hierdoor ontstaan en wat gedaan zou moeten worden ter compensatie.
Ondertussen wordt doorgegaan met Zuid-Holland Bereikbaar. Dit is een samenwerkingsorganisatie van diverse overheden waarin de planningen van werkzaamheden goed op elkaar worden afgestemd, omleidingsroutes bepaald worden (verkeersmanagement), hinder zoveel mogelijk voorkomen wordt door goede communicatie, alternatieve vervoerswijzen worden aangeboden en afspraken worden gemaakt met het bedrijfsleven om hinder tegen te gaan. Dit gaat over personen- en goederenvervoer. Daarbij wordt ook gekeken of veranderend gedrag structureel kan worden gemaakt.