Beleidsprestatie 2-1-4 Voorbereiding provinciale infrastructuurprojecten en -subsidies (PZI)
Om ervoor te zorgen dat de provincie Zuid-Holland voor iedereen bereikbaar is en blijft op een duurzame en veilige manier legt de provincie ook nieuwe provinciale infrastructuur aan en verbetert bestaande provinciale infrastructuur. Of een infrastructurele ingreep passend en nodig is wordt bepaald door onderzoek te doen naar oorzaken en mogelijk maatregelen. Hierbij is het STOMP principe leidend (Stappen, Trappen, Openbaar Vervoer, deelvervoer en Privéauto). Daarnaast draagt de provincie bij aan projecten van anderen door middel van advisering en/of een financiële bijdrage. Verkeersveiligheid en duurzaamheid zijn standaard elementen in de voorbereiding van projecten.
1. Subsidies regionale infrastructuur en verkeersveiligheid
Voor regionale projecten en verkeersveilige infrastructuur zijn jaarlijks structurele budgetten beschikbaar die worden verleend via de Subsidieregeling Mobiliteit (SRM). De basis voor de verlening zijn de regionale gebiedsagenda’s mobiliteit die de regio’s jaarlijks opstellen en verwerkt worden in het PZI. Het zijn over het algemeen projecten met een looptijd van meerdere jaren. Op basis van interne financiële regels geldt dan dat vanaf een bepaald minimum bedrag (drempelwaarde) de lasten verdeeld worden over de looptijd van een project. Omdat het budget is opgenomen in een jaar en de meeste subsidies boven de drempelwaarde uitkomen treedt standaard onderbesteding op het beschikbare budget voor dat jaar. In sommige jaren wordt dit gecompenseerd door lasten van meerjarige projecten die eerder zijn besloten. Om hele grote afwijkingen te voorkomen wordt voor de komende jaren het nog uit te geven budget verdeeld over de verwachte looptijd van projecten. Hiervoor wordt de aanname gedaan dat de uitvoering van projecten gemiddeld 3 á 4 jaar duurt en dat de lasten worden verdeeld over deze jaren. Dit budget stellen we jaarlijks meerjarig bij op basis van nieuwe inzichten.
2. Goederenvervoercorridors
De Verkenning realisatiepact Rotterdam (goederenvervoer) is opgenomen in het PZI en het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport van het Rijk. In het PZI is ook een reservering opgenomen voor de uitvoeringsfase (exploitatiebudget). In deze verkenning worden diverse maatregelen onderzocht om de (vers)logistiek en het goederenvervoer in en rondom de Rotterdamse Haven te verbeteren. Het project is een samenwerking tussen de provincie, het Rijk en het Havenbedrijf Rotterdam. Voor dit project geldt dat tijdens de looptijd van de verkenningsfase al besloten kan worden om uitvoeringsprojecten te starten. Normaal gesproken zou hiervoor eerst de gehele verkenningsfase worden afgerond.
De samenwerkende partijen hebben besloten om een uitvoeringsproject te starten waarmee een trein met versproducten kan gaan rijden tussen Oslo, Rotterdam en Spanje. Dit voorkomt veel vervoer per vrachtwagen. Het doel is om uiteindelijk voldoende vraag te organiseren zodat deze dienst in de toekomst rendabel kan worden. De provincie zal hiervoor eenmalig een subsidie verlenen met dekking vanuit de reservering in het PZI voor de uitvoeringsfase. Hiervoor wordt het geraamde budget in 2028 verlaagd en verschoven naar 2025. De totale resterende reservering bedraagt dan nog € 6,25 miljoen. Ook andere partijen dragen financieel bij.
3. Nog niet geraamde onttrekkingen beklemde middelen reserve
In het PZI is een reservering opgenomen voor veerinfrastructuur van € 0,4 miljoen (exploitatiebudget). De dekking hiervoor komt uit de reserve bereikbaarheid (beklemde middelen). De onttrekking van deze middelen was nog niet opgenomen in de begroting. Dat wordt nu hersteld door budget op te nemen in de begroting. Voor veerinfrastructuur loopt geen initiatiefproject of verkenning conform de PZI spelregels. In plaats daarvan wordt in overleg met de diverse beheerders van veerinfrastructuur in Zuid-Holland jaarlijks bekeken welke projecten in aanmerking komen voor een subsidie (via de Subsidieregeling Mobiliteit). Vooralsnog zijn er nog geen projecten bekend voor 2025 en 2026, daarom worden de middelen opgenomen in de jaren 2027 en 2028. Wanneer concrete projecten bekend zijn wordt de begroting en het PZI hierop aangepast.
In het PZI is ook een reservering opgenomen voor energietransitie infrastructuur ter grootte van € 5,1 miljoen (exploitatiebudget). De dekking hiervoor komt uit de reserve bereikbaarheid (beklemde middelen). De onttrekking van deze middelen was nog niet opgenomen in de begroting. Dat wordt nu hersteld door budget op te nemen in de begroting. Voor energietransitie infrastructuur loopt een initiatiefproject conform de PZI spelregels naar de mogelijkheden om zonnepanelen te plaatsen op provinciale carpoolplaatsen. Naar verwachting zal ook een deel van de middelen worden besteed aan projecten van anderen (via de Subsidieregeling Mobiliteit) en aan eigen initiatieven binnen lopende provinciale projecten.
4. Fietssubsidies
Een deel van fietsprojectsubsidies binnen het PZI zijn gedekt met exploitatiemiddelen vanuit de reserve bereikbaarheid. Wanneer de subsidies daadwerkelijk worden verleend kan het betalingsritme afwijken van wat er in de begroting is opgenomen. Dit betekent dat de begroting hierop moet worden aangepast en ook dat de onttrekking vanuit de reserve kan wijzigen. Dit zijn budget neutrale wijzigingen van de begroting. Daarnaast is voor het project Fietscorridor Leiden – Voorschoten (snelfietsroute) een Rijksbijdrage afgesproken van € 2,4 miljoen als onderdeel van de Tijdelijke stimuleringsregeling slim, veilig, doelmatig en duurzaam gebruik van mobiliteitsinfrastructuur 2023–202. Deze bijdrage zal via een SPUK worden uitgekeerd. Daarop wordt de begroting nu aangepast. De provinciale bijdrage zal samen met de Rijksbijdrage als subsidie worden uitgekeerd aan de gemeente (uitvoerder project).
5. Projecten initiatieffase
Het huidige PZI 2025-2039 bevat een aantal projecten in de initiatieffase. Voor deze fase is een structureel exploitatiebudget beschikbaar. Als gevolg van het voorstel om de bereikbaarheidsaanpak Zuid-Holland Bereikbaar structureel te dekken (zie beleidsprestatie 2-1-1) is vanaf 2027 € 375.000,- per jaar beschikbaar. Tot die tijd is bijna € 1,3 miljoen per jaar beschikbaar. Er worden nu een aantal voorstellen gedaan om het nog beschikbare budget voor 2025 te verdelen naar projecten. Daarnaast stonden nog een aantal uitgaven begroot met dekking vanuit de reserve bereikbaarheid. Deze uitgaven zijn echter al gedaan en zullen niet meer gerealiseerd worden in 2025. Tot slot wordt het budget voor afkoop beheer en onderhoud van een nog te realiseren brug door provincie Noord-Holland in de Hoogwaardig openbaar vervoerverbinding Noordwijk Schiphol begroot in 2030 in plaats van in 2026. Deze afkoop is gekoppeld aan het PZI project HOV Noordwijk – Schiphol fase 2 bijdrage oeververbinding Lisse-Lisserbroek waarvoor het jaar van oplevering 2030 is. Deze uitgave valt daarmee ook niet meer onder projecten initiatieffase.
6. Afronding verkenning Beter Bereikbaar Gouwe
De Verkenning Beter Bereikbaar Gouwe is afgerond en is met Provinciale Staten besproken. De verkenning heeft geresulteerd in een door de regio gedragen voorkeursvariant met de aanleg van de fietsroutes Alphen aan den Rijn – Gouda en Gouda – Bodegraven Reeuwijk. De gemeenten zullen deze routes realiseren met subsidie van de provincie. Hiervoor zijn in het PZI twee investeringskredieten opgenomen van beiden € 5 miljoen voor de routes Gouda – Alphen aan den Rijn en Gouda – Bodegraven – Woerden. Bij de nadere uitwerking is gebleken dat de kosten hoger zijn dan eerder ingeschat. Deze kosten kunnen worden gedekt vanuit de reservering Beter Bereikbaar Gouwe in het PZI. Deze is beschikbaar voor risico's en tegenvallers uitvoeringsfase.
Daarnaast zijn de kosten gestegen als gevolg van prijsontwikkeling. Hiervoor wordt een beroep gedaan op de reservering in het PZI voor indexering lopende projecten.
Tot slot hebben PS gevraagd om nog nadere werkzaamheden te verrichten voordat de verkenning volledig wordt afgerond. Hierdoor zijn en worden nog extra kosten gemaakt voor intern projectmanagement en communicatie. Het voorbereidingskrediet wordt daarom verhoogd met dekking vanuit de reservering Beter Bereikbaar Gouwe. De verkenning wordt daardoor ook later afgerond en geactiveerd.
7. Algeracorridor
Voor de Algeracorridor is een bestuursovereenkomst afgesloten. Ten eerste is de verkenning naar de langzaam verkeerverbinding afgerond. Uit de verkenning is gebleken dat er geen (financieel) haalbare variant is. Daarom hebben de gemeenten, provincie en de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag besloten om dit project te stoppen. Dat betekent dat we de afgesproken provinciale bijdrage aan de verkenning niet mogen activeren. De al gemaakte uitgaven tot dit moment zijn beperkt en komen ten laste van de exploitatie. De investeringsmiddelen voor de verkenningsfase vloeien terug naar de reservering voor de Algeracorridor.
Ten tweede is overeengekomen dat de provincie € 21,5 miljoen (prijspeil 2024) zal bijdragen aan een maatregelpakket voor verbeteringen op en rondom de Algerabrug. Deze richten zich op verbeteringen aan de kruisingen met de provinciale weg en de fietspaden. Eerder was al besloten om een project te realiseren voor verbetering van het openbaar vervoer (onderdeel PZI project Halteverbeterplan 1e tranche categorie C en P+R/hubs Algeracorridor). Voor de provinciale bijdrage wordt de bestaande reservering in het PZI voor de Algeracorridor van € 14,6 miljoen aangevuld met € 6,9 miljoen vanuit de algemene reservering voor de Oeververbindingen Rotterdam. Dit kan omdat voor de andere Oeververbinding (multimodale brug Rotterdam) al bijdragen zijn vastgelegd in het PZI. In de overeenkomst is afgesproken dat de bijdrage jaarlijks wordt geïndexeerd. De provinciale bijdrage wordt nu geïndexeerd naar 1 jan 2025 vanuit de reservering Prijsontwikkeling in het PZI.
8. Verkenning Parallelweg N217
In het PZI 2025-2039 is binnen het PZI financiële ruimte vrijgemaakt om de reservering voor de uitvoeringsfase van dit project te verhogen. Ook de gemeente heeft toegezegd extra bij te dragen. Hierdoor was er voldoende zicht op financiering om de voorkeursvariant verder uit te werken. Dit vindt momenteel plaats. Daarna zal een uitvoeringsovereenkomst met de gemeente worden opgesteld en een uitvoeringsbesluit worden genomen. Het verder uitwerken van de voorkeursvariant en het opstellen van de uitvoeringsovereenkomst brengt extra kosten met zich mee en zorgt dat de afronding van de verkenning verschuift van 2024 naar 2025. Deze extra kosten worden gelijk verdeeld over de provincie en de gemeente. Het voorbereidingskrediet wordt verhoogd, het provinciale aandeel wordt gedekt vanuit de reservering voor de Parallelweg N217.
Een deel van de gemeentelijke bijdrage aan de uitvoeringsfase bestaat uit middelen die vrijkomen door het intrekken van eerder verleende subsidies voor de Randweg Klaaswaal. In het PZI is hierover een voetnoot opgenomen. De subsidies zijn inmiddels formeel ingetrokken en het bijbehorende exploitatiebudget is in 2024 vrijgekomen. De omzetting naar investeringskrediet is financieel nog niet verwerkt. In deze Voorjaarsnota wordt dit verwerkt. Het gereserveerde investeringskrediet voor de uitvoeringsfase wordt verhoogd. Het vrijgekomen exploitatiebudget valt vrij naar de algemene middelen ter compensatie van de extra kapitaallasten.
9. Overige wijzigingen en Indexering reserveringen
In principe worden reserveringen voor toekomstige projecten niet geïndexeerd. Wanneer er bestuurlijke afspraken zijn over indexering gebeurt dit wel.
Het MIRT Programma mobiliteit en verstedelijking ontwikkeling OV-knooppunten en HOV maakt de bouw van zo’n 170.000 woningen tot 2040 mogelijk, onder meer door de spoorlijn Leiden-Dordrecht de ruggengraat van het openbaar vervoer in Zuid-Holland te maken. Het zorgt daarnaast voor betere verbindingen binnen Zuid-Holland en met de andere regio’s in Nederland. Dat is van groot belang voor de economische kracht van de regio en de samenhang met belangrijke economische locaties in de regio’s Amsterdam, Utrecht en Eindhoven. Rijk, provincie Zuid-Holland, Metropoolregio Rotterdam Den Haag en de gemeenten Den Haag en Rotterdam hebben afspraken gemaakt over een gezamenlijke investering van € 4,8 miljard in de bereikbaarheid van Zuid-Holland. Wij hebben u hierover in 2022 per brief geïnformeerd. In het PZI is een financiële reservering opgenomen voor bijdragen aan projecten en de provincie draagt financieel bij aan drie verkenningen:
- Spoorzone Dordrecht;
- Spoorzone Leiden;
- Bus Rapid Transit (BRT) verbinding Leiden – Zoetermeer
Voor verbinding Leiden – Zoetermeer is de provincie trekker.
Onderdeel van de bestuurlijke afspraken is een jaarlijkse indexering van de gereserveerde middelen. In deze Voorjaarsnota wordt de reservering geïndexeerd naar prijspeil 1 jan 2025. De dekking hiervoor komt vanuit de reservering in het PZI voor indexering lopende projecten.
Ook de reservering voor de bijdrage aan het project ongelijkvloerse kruising Erasmusweg - Lozerlaan – Wippolderlaan van gemeente Den Haag wordt geïndexeerd naar prijspeil 1 jan 2025. Dit is conform de afgesloten bestuursovereenkomst. De dekking hiervoor komt vanuit de reservering indexering lopende projecten binnen het PZI.
Tot slot wordt de reservering voor fase 3 van het project Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) Drechtsteden, Molenlanden en Gorinchem aangepast. Voor de uitvoeringsfase heeft de provincie Utrecht al een subsidie verleend voor een maatregel waar zij ook van profiteren. De reservering wordt daarom met deze bijdrage verhoogd. Medio 2025 zal een uitvoeringsbesluit worden genomen.
10. Wijzigingen reserveringen als gevolg van voorstellen
De reservering tegenvallers lopende projecten neemt af als gevolg van inzet op diverse projecten in beleidsprestatie 2-1-5. Dit betreft geen scopewijzigingen maar onvermijdelijke extra kosten door het optreden van risico’s of voortschrijdend inzicht.
De reservering indexering lopende projecten wordt ingezet voor diverse projecten verspreid over de beleidsprestaties 2-1-4 en 2-1-5. Deze wijziging is de optelsom van de blauw gearceerde wijzigingen (tabellen PZI investeringen).